Vul bij een vestigingsadres hier het huisnummer in, of vul bij een postbusadres hier het postbusnummer in.
Vul alleen letters in. Gebruik geen punten.
Het dient een e-mailadres te zijn van de gemeente.
Hieruit moet in ieder geval de te vergunnen of vergunde activiteit in combinatie met de specifieke locatie blijken
Er zijn twee situaties die kunnen spelen bij herbegrenzing in de Omgevingsverordening
Situatie 1: Herbegrenzing achteraf.
Dit is de situatie die veruit het meest voorkomt. Er is in de instructieregels van de Omgevingsverordening aangegeven wanneer c.q. onder welke voorwaarden een ontwikkeling kan worden toegelaten in een gebied (bijv. NNB of stedelijke ontwikkeling in Landelijk gebied) Daarbij wordt dan afgeweken van de ‘hoofdregel’ (die de ontwikkeling niet toestaat). Een besluit van de gemeente dat aan de afwijkingsvereisten voldoet is dan niet in strijd met de Omgevingsverordening en kan zonder grenswijziging vastgesteld worden. De gemeente moet in het (ontwerp)besluit onderbouwen waarom en hoe aan de randvoorwaarden voor de afwijking is voldaan. Door ‘Ja’ in te vullen zijn we ervan op de hoogte dat na de besluitvorming door de gemeente een wijziging van de kaart nodig is.
Situatie 2: Herbegrenzing vooraf.
Het kan voorkomen dat voor de besluitvorming over een plan wel eerst een herbegrenzing nodig is, omdat er geen vooraf geformuleerde afwijkregels zijn opgenomen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de locaties ‘Bebouwd gebied’ en ‘Beperkingen veehouderij’. Het is dan van belang om samen met de Provincie (planbegeleider) de planning op de kaartaanpassingsronde van de Omgevingsverordening af te stemmen.
Er zijn twee situaties die kunnen spelen bij herbegrenzing in de Omgevingsverordening
Situatie 1: Herbegrenzing achteraf.
Dit is de situatie die veruit het meest voorkomt. Er is in de instructieregels van de Omgevingsverordening aangegeven wanneer c.q. onder welke voorwaarden een ontwikkeling kan worden toegelaten in een gebied (bijv. NNB of stedelijke ontwikkeling in Landelijk gebied) Daarbij wordt dan afgeweken van de ‘hoofdregel’ (die de ontwikkeling niet toestaat). Een besluit van de gemeente dat aan de afwijkingsvereisten voldoet is dan niet in strijd met de Omgevingsverordening en kan zonder grenswijziging vastgesteld worden. De gemeente moet in het (ontwerp)besluit onderbouwen waarom en hoe aan de randvoorwaarden voor de afwijking is voldaan. Door ‘Ja’ in te vullen zijn we ervan op de hoogte dat na de besluitvorming door de gemeente een wijziging van de kaart nodig is.
Situatie 2: Herbegrenzing vooraf.
Het kan voorkomen dat voor de besluitvorming over een plan wel eerst een herbegrenzing nodig is, omdat er geen vooraf geformuleerde afwijkregels zijn opgenomen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de locaties ‘Bebouwd gebied’ en ‘Beperkingen veehouderij’. Het is dan van belang om samen met de Provincie (planbegeleider) de planning op de kaartaanpassingsronde van de Omgevingsverordening af te stemmen.
Er zijn twee situaties die kunnen spelen bij herbegrenzing in de Omgevingsverordening
Situatie 1: Herbegrenzing achteraf.
Dit is de situatie die veruit het meest voorkomt. Er is in de instructieregels van de Omgevingsverordening aangegeven wanneer c.q. onder welke voorwaarden een ontwikkeling kan worden toegelaten in een gebied (bijv. NNB of stedelijke ontwikkeling in Landelijk gebied) Daarbij wordt dan afgeweken van de ‘hoofdregel’ (die de ontwikkeling niet toestaat). Een besluit van de gemeente dat aan de afwijkingsvereisten voldoet is dan niet in strijd met de Omgevingsverordening en kan zonder grenswijziging vastgesteld worden. De gemeente moet in het (ontwerp)besluit onderbouwen waarom en hoe aan de randvoorwaarden voor de afwijking is voldaan. Door ‘Ja’ in te vullen zijn we ervan op de hoogte dat na de besluitvorming door de gemeente een wijziging van de kaart nodig is.
Situatie 2: Herbegrenzing vooraf.
Het kan voorkomen dat voor de besluitvorming over een plan wel eerst een herbegrenzing nodig is, omdat er geen vooraf geformuleerde afwijkregels zijn opgenomen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de locaties ‘Bebouwd gebied’ en ‘Beperkingen veehouderij’. Het is dan van belang om samen met de Provincie (planbegeleider) de planning op de kaartaanpassingsronde van de Omgevingsverordening af te stemmen.
Er zijn twee situaties die kunnen spelen bij herbegrenzing in de Omgevingsverordening
Situatie 1: Herbegrenzing achteraf.
Dit is de situatie die veruit het meest voorkomt. Er is in de instructieregels van de Omgevingsverordening aangegeven wanneer c.q. onder welke voorwaarden een ontwikkeling kan worden toegelaten in een gebied (bijv. NNB of stedelijke ontwikkeling in Landelijk gebied) Daarbij wordt dan afgeweken van de ‘hoofdregel’ (die de ontwikkeling niet toestaat). Een besluit van de gemeente dat aan de afwijkingsvereisten voldoet is dan niet in strijd met de Omgevingsverordening en kan zonder grenswijziging vastgesteld worden. De gemeente moet in het (ontwerp)besluit onderbouwen waarom en hoe aan de randvoorwaarden voor de afwijking is voldaan. Door ‘Ja’ in te vullen zijn we ervan op de hoogte dat na de besluitvorming door de gemeente een wijziging van de kaart nodig is.
Situatie 2: Herbegrenzing vooraf.
Het kan voorkomen dat voor de besluitvorming over een plan wel eerst een herbegrenzing nodig is, omdat er geen vooraf geformuleerde afwijkregels zijn opgenomen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de locaties ‘Bebouwd gebied’ en ‘Beperkingen veehouderij’. Het is dan van belang om samen met de Provincie (planbegeleider) de planning op de kaartaanpassingsronde van de Omgevingsverordening af te stemmen.